Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Schouten, (J.)

betekenis & definitie

SCHOUTEN, (J.) gedeputeerd Grootmeester Nationaal voor de symbolieke graden en reg.MD. der Loge la Flamboyante, te Dordrecht. Deze Br.:, nog levend en ten nutte der Broederschap werkzaam zijnde, zullen wij slechts zoo veel zeggen, als volstrekt onmisbaar is tot aanvulling van eenige andere artikelen van ons werk. Als schrijver heeft hij zich allergunstigst doen kennen, door zijne Maç.: geschriften, b.v. de Lierzang, getiteld: de eer der Vrijmetselarij gehandhaafd (1824), zijne Ode op het huwelijk van den H. E. Gr.

M. Nat. Prins FREDERIK der Nederlanden (1825), enz. maarvooral door zijn werk: de Vrijmetselarij, een gedicht in driezangen, waarvan de eerste druk in korten tijd uitverkocht was, waardoor een tweede uitgave werd gevorderd, welke ook in 1819 (Rotterdam IMMERZEEL, VI en 130 bl. gr. 8vo.) verscheen. In den derden zang drukt hij zijne Maç.: belijdenis aldus uit:'k Ben Metslaar, en dank God dat ik het ben geworden.

'k Was vlijtig: 'k heb gewerkt, en ken de Metselorden;

'k Heb haar geheimen en haar regels nagespoord, En iedre vordering dreef mij begeerig voort;

'k Drong door tot in het hart van haar verborgenheden;

Ik zag de bronwel daar van deugd en reine zeden;

En in haar tempelruim vond ik op iedren stap Een oefenplaats van Kunst, een school van Wetenschap.

Toen heb ik, 't geen ik naauw dorst hopen, ondervonden, En 'k hield met hart en ziel mij sinds aan haar verbonden;

Ja, als de ontrouwe tijd mijn brekend oog ontrent, Dank ik den Hemel nog, dat ik haar heb gekend.

Om dien Br.: een bewijs van achting en Br.: verknochtheid te geven, kwamen eenige BB.: op het denkbeeld, door hem, als scheeps-bouwmeester, een schip te doen bouwen, aan hetwelk den naam werd gegeven van de Broedertrouw, en dat van stapel liep op den 21sten November 1836, zijnde de 25e. verjaring zijner inwijding. Dit te water laten van het schip werd met plegtigheid gevierd. Br.: SCHOUTEN deed van zijne zijde toen een penning slaan (vermeld in het Art. LEGPENNING, No. 6), welke hij de BB ontwerpers van het plan en eigenaren van het schip, als bewijs van dankbaarheid aanbood; de medaille is gegraveerd door Br.: SCHOUBERG, en verbeeldt op de voorzijde een roer, als zinnebeeld van het schip, met den naam Broedertrouw, en het anker der hoop, omgeven door twee allegoriesche takken. Op de keerzijde staat in een' lauwerkrans: Erkentenis voor Broedertrouw, XXI November MDCCCXXXVI.

< >