PRUISSEN. Tot aan den dood van Koning FREDERIK WILLEM I, welke de V.: M.: vereenigingen had verboden, bevonden er zich slechts weinig VV MM FREDERIK II (zie dat Art), die in 1738 te Brunswijk was ingewijd, verklaarde echter reeds (2 Junij 1740) vier dagen na dat hij den troon had beklommen, openlijk, dat hij Vrijmetselaar was; hield tien dagen later eene Loge op het Slot te Charlottenburg, waar hij-zelf den Moker voerde en aannemingen deed, welke werkplaats Loge Première, of Loge Noble werd genoemd. Op den 13den December 1740, werd, met toestemming des Konings, door den Baron DE BIELFELD en den Geheimraad JORDAN eene Loge te Berlijn gesticht, onder den naam van de drie Wereldbollen (die drei Weltkugeln), terwijl hij zich tot Grootmeester verklaarde, en de laatstgenoemde Loge zich later tot Groote Loge verhief. De werkzaamheden dier Loge werden in de Fransche en Duitsche talen verrigt. Toen de Loge Première in den eersten Silezieschen oorlog had opgehouden te bestaan, kocht de drie Wereldbollen de meubelen, enz. van haar (zie het Art. FREDERIK II, D.I. bl. 257), en had in 1746 verscheiden Loges onder haar beheer.
Reeds in de eerste jaren van het bestaan dier Loge zijn er onderscheidene zonderlinge omstandigheden te vermelden, waaraan het ook later in hare geschiedenis niet ontbreekt; zoo was er eene Loge te Berlijn, lapetite Concorde genaamd, welke ten gevolge eener wederregtelijke keuze in de drie Wereldbollen, zich van haar afscheidde, en het St. Jans-feest van 1755, afzonderlijk te Charlottenburg wilde vieren. In toorn ontstoken, trachtte de Loge de drie Wereldbollen haar dit te beletten, door den Generaal VAN FORCADE, interimair kommandant van Berlijn (die geen V.: M.: was), te verzoeken, die vergadering door zijne bajonetten te verhinderen, hetwelk die ongewijde officier gereedelijk beloofde, doch niet kon volvoeren, doordat de inmiddels naar Berlijn teruggekeerde Veldmaarschalk en Goeverneur, Br.: Lord KEITH, die gedep. Gr. M. der Noord-Duitsche Loges van de Engelsche Konstitutie was, en van de zaak berigt had gekregen, na gedaan onderzoek, het vieren van het feest toestond, en de Loge la petite Concorde zelfs beloofde te vrijwaren tegen verdere eigendunkelijke mishandelingen, door haar eene Engelsche Konstitutie te verschaffen. Verder b.v. nam de Loge de drie Wereldbollen in 1755, een Kastraat (den koninkl. hofzanger LUINI) tot V.: M.: (zie het Art.
GEZIGT) en tot lid aan. Eigenlijk heeft deze Loge, oorspronkelijk, geen Maç.: wettig bestaan, daar zij geen Konstitutiebrief bezit van eene der GGD LLD bij hare geboorte bestaande. Hare geschiedenis en die der twee andere GGD LLD in Berlijn (die Grosse Landes-Loge en die Grosse Loge Royal York zur Freundschaft), leveren de volgende bijzonderheden op. Nadat in 1752 (volgens de opgave der GrD 22 Royal York, in het werk: Die gute Sache der Frei Maurerei in ihrer Würde dargestellt, Züllichau 1798, 8vo. pag. 57; doch volgens de GrD 22 die drei Weltkugeln, in hare Geschichte, Berlijn 1840, 8vo. bl. 31, eerst in 1760) de Loge de l'Amitié, meest bestaande uit Fransche geletterden en kunstenaars, in Berlijn woonachtig, door de Loge de drei Weltkugeln was gekonstitueerd, scheidde zij zich er in 1762 af, om trotsche en eigenmagtige handelingen van sommige BB der Moeder-Loge, die de zaak der V.: M.: benadeelden. De drei Weltkugeln heeft onder anderen twee malen ook het voorbeeld gegeven, van het onwettig vestigen van Loges in het gebied van andere reeds bestaande Maç.: opperbesturen; als: eens door het vestigen van de 22 die drei Sternen, in Rostock, onder het Maç.: gebied van Saksen behoorende, en eens door het stichten (1764) van de Loge la Concorde Prussienne, te Rotterdam. Omstreeks dienzelfden tijd had de Loge die drei Weltkugeln zich ook vergaapt aan de Clermontsche graden, en arbeidde daarin; maar alles was zoo onregelmatig, dat de nog voorhanden archieven er niets van vermelden, en de bestaande stukken dit alleen doen blijken, door de verandering der titulatuur Eerwaarde in die van Hoogwaardige en Hoogwaardigste, dat bij de aanhangers van het Clermontsche systeem gebruikelijk was.
Gedurende den zevenjarigen oorlog bragten Fransche krijgsgevangenen, en vooral de Markies DE LERNAIS, de talrijke graden van den Raad der Keizers van het Oosten en Westen naar de Loge de drie Wereldbollen, die zeer in haar schik was met de nieuwe lading graden, titels en kleurige banden, waarvan zekere ROSA (zie dat Art.) een goed vertier vond, en welke later met goed gevolg naar Denemarken en Nederland reisde om ze ook daar af te zetten. De Loge Royal York wilde daarvan niets weten, en trok zich sterk terug, dat haar in talrijkheid deed toenemen. Toen nu van lieverlede het systeem der Strikte Observantie al meer en meer bij de drie Wereldbollen insloop en zich uitbreidde, vraagde de L de l'Amitié, die in 1765 den Hertog van York had ingewijd, en van toen af den naam had aangenomen van Royale York de l'Amitié, eene Konstitutie van de Gr L van Engeland (1767, onder No. 330 uitgevaardigd), en stichtte, na voorzien te zijn van een beschermingsbrief van FREDERIK II, onderscheidene andere Loges. Geheel bekoord door de Strikte Observantie, het tempelsysteem, de Riddergraden en de bedriegerijen van VON HUND, JOHNSON, die afgevaardigde van een niet bestaand Kapittel van Oud-Aberdeen van GUGOMOS, WaCHTER, enz. trad de drie Wereldbollen geheel tot de Strikte Observantie toe. Tot blijk van hare algeheele bekeering, gaf zij (1765)denBr.: ZINNENDORF, den kampioen der Riddergraden, dien zij kort te voren als scheurmaker van de lijst der Orde had geschrapt, den Moker als onbepaald reg. M. in handen.
ZINNENDORF legde dezen echter (1766) voor de drie graden neder, en behield slechts het opperbestuur der schitterende Hooge- of Riddergraden. Het invoeren der Riddergraden, welke bij uitstek Maçonniek moesten heeten, bragt ofschoon Maçonniek ook vredelievendheid insluit hier, gelijk overal, groote oneenigheid en hevigen twist te weeg, zoodat een aantal BB, met den Br.: VAN KÖPPEN aan het hoofd, zich afscheidden en Loges van een nieuw stelsel stichtten, onder den naam van Afrikaansche Bouwheeren (in 1787 te niet gegaan). ZINNENDORF overdreef het echter en vond het raadzaam in 1767 geheel af te treden. De Ritus, dien de drie Wereldbollen op het einde der vorige eeuw eenigzins wijzigde en de graden (bij moderatie) tot tien herleidde, bleef er echter bestaan. In 1770 ontstond de Landes-Loge van Duitschland mede te Berlijn, zoog alles in wat de Strikte Observantie en ZINNENDORF haar mededeelden, en bleef ook, tot onzen tijd, de blinde, onverdraagzame aanhangelinge van dat systeem. Die Loge had kort daarop brieven van bescherming van den Koning ontvangen, terwijl Prins LODEWIJK GEORGE KAREL van Hessen-Darmstadt, in 1772 tot Grootmeester der nieuwe Metselarij benoemd, ZINNENDORF tot Ged Gr M Nat aanstelde; welke laatste ondertusschen onderscheidene Loges stichtte, naar een systeem, volgens zijn zeggen, uit Stokholm medegebragt, ofschoon de Gr van Stokholm het 1777 voor onecht verklaarde.
Dit alles had reeds vroeger zoodanige gisting veroorzaakt, dat, volgens de eigen woorden der G de drie Wereldbollen: ‘de twisten der verschillende Logepartijen in 1771 tot eene eeuwig te beklagen hoogte stegen, zoodat de voorvallen uit dien tijd best in vergetelheid dienen begraven te worden.’ Toen (1772) de Hertog van Brunswijk het opperbestuur des Schotschen Direktoriums van de Strikte Observantie in handen kreeg, werd in Berlijn een provinciaal Direktorium opgerigt, en nam de Loge den naam aan van Gr Nat. Moeder-Loge der Pruissiesche Staten. In 1779 begon zij echter weder van de Strikte Observantie af te wijken. De Landes-Loge, die tot hiertoe geen der leden van de beide andere Gr bij haren arbeid had toegelaten, hief die uitsluiting in 1790 weder op. De Loge Royal York, die, ofschoon door de Engelsche G L gekonstitueerd, de hooge of Schotsche graden naar eene bijzondere wijze bearbeidde, gelastte den Br.: FESSLER, in 1796, haar Rituaal te herzien, hetwelk in het volgende jaar de goedkeuring verkreeg van FREDERIK WILLEM III. Zij liet die graden later weder varen, tevens verklarende, dat zij bereid was mede te werken, om de Orde tot hare oorspronkelijke zuiverheid terug te brengen, en niet verder wilde arbeiden dan in de symbolieke graden.
De Loge de drie Wereldbollen, die in 1797 hare statuten had herzien, verklaarde dit alle zeven jaren te willen herhalen; ofschoon het in 1838 voor het eerst weder, sedert 1812, is geschied. Bij die gelegenheid (1797) nam zij den naam aan van oud-Schotsch Direktorium en Groote Moeder-Loge der drie Wereldbollen. Bij elke Loge bestaat thans eene Schotsche afdeeling, waar de graden van alle andere systemen aan de leden worden medegedeeld. De Landes-Loge für Deutschland, die de Loge Royal York niet als GrD LD wilde erkennen, verbood hare leden den toegang tot Royal York, en sloot (1798) op nieuws hare poorten voor de leden der laatstgenoemde Loge, hetwelk vroeger ook in de prof. wereld bekend was geworden en aanleiding gaf tot ergernisbarenden twist, die lang duurde. Het koninklijk Edikt (1798), waarbij alle geheime vereenigingen verboden werden, behalve die der drie GrD Loges en hare Dochter-Loges, deed de nog bestaande geïsoleerde Loges der Strikte Observantie zich bij de drie Wereldbollen voegen. In het volgende jaar legde de Hertog FREDERIK van Brunswijk zijn titulair Grootmeesterschap neder, en daarop koos de drie Wereldbollen een nieuwen Gr M Nat Die EE heeft ook, naar de wijze der Eng.
Gr L, Prov LL gesticht, en er bestaat ook te Berlijn een gekombineerde vergadering van de reg MM der drie GG LL. In 1840 heeft de Gr EE der drie Wereldbollen het eeuwfeest gevierd der inwijding van FREDERIK II, en zich ten onregte daarbij voorgedaan als ware zij de oorspronkelijke EE, en onmiddellijk voortgevloeid van de Loge Première (zie het Art. FREDERIK II, bl. 250). Op den 22sten Mei 1840, is de Prins WILLEM van Pruissen, die daar thans Protektor der Orde is, door den Grootmeester der Groote Landes-Loge, Graaf HENCKEL VON DONNERSMARK, in tegenwoordigheid der beide andere GG MM, en namens de drie GG LL in de Orde ingewijd; ofschoon de rang van den recepiendaire maakte, dat die inwijding niet zoo regelmatig is geweest als die van FREDERIK II. Het vertegenwoordigingstelsel is niet vrijzinnig als dat der Nederlanden; het is zelfs niet wezenlijk maar fiktie, door dat de Loges hare vaste vertegenwoordigers moeten kiezen uit de te Berlijn wonende leden, van eene der daar arbeidende werkplaatsen. Zie verder de Art. STELSEL en UITSLUITING.