Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Keten van Eendragt

betekenis & definitie

KETEN VAN EENDRAGT, (De) heet ook Broederband. Laat ons den Broederband vormen (het Broederlijk snoer). Zij is in vele landen, bij het begin en einde der werkzaamheden, als ook bij de Tafelloges, in gebruik. Alle aanwezenden, zelfs de dienende Broeders, geven elkander kruiselings de handen, zoodat ieder met zijne regterhand de linkerhand van dengene vat, die naast hem staat of zit. Dus vormen zij een' ketting zonder einde, waarvan elk Vrijmetselaar eene schakel uitmaakt, als zinspeling op de eendragt, welke de Broederschap tot eenen ketting verbinden moet.

Deze keten wordt in enkele landen alleen bij het sluiten der Tafelloge gemaakt, wanneer de achtbare Meester den toast instelt op het welzijn van al de Broeders over den ganschen aardbol verspreid, en waarbij den nieuw aangenomene de volgende verklaring gegeven werd.

Alles in de natuur is in beweging; alles hangt als eene keten aan elkander, en het is niet mogelijk, iets uit te zonderen, zonder tegelijk in het geheel wanorde te veroorzaken. Dat wij dus eene keten maken, is, om den band van eenigheid, of eendragt bij de Broederen, op hun gemoed te drukken.

De Maçonnieke keten verbindt, wat de buitenwereld scheidt, en is een schoon sprekend zinnebeeld der eendragt en broederliefde, en verdient in elke Loge onderhouden te worden.

< >