Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Hutten

betekenis & definitie

HUTTEN. De Straatsburger vereeniging was in Duitschland vermaard geworden. Alle andere erkenden hare meerderheid, en zij kreeg, dien ten gevolge, den naam van Haupt-Hütte, Hoofdhut, Groote Loge.

De Hutten, die zich alzoo aan haar verbonden hadden, waren die van Zwaben, Hessen, Beijeren, Frankenland, Saksen, Thuringen en de landen langs den Moezel. De Meesters van deze Hutten waren in 1459, te Regensburg bijeen, en stelden er den 25sten April de Acte van Verbroedering op, waarbij de opperste der Hoofdkerk te Straatsburg tot eenig en levenslang Grootmeester van de algemeene Broederschap der Vrijmetselaren van Duitschland werd aangesteld. Keizer MAXIMILIAAN bevestigde dit genootschap door zijn diploma, dat hij in deze stad in 1498 uitreikte. KARELV, FERDiNANDen hunne opvolgers vernieuwden hetzelve. Eene andere Groote Loge, die te Weenen bestond, en van welke de Loges van Hongarije en Stiermarken afhingen, als ook de Groote Loge van Zurich, waartoe al de Hutten in Zwitserland behoorden, wendden zich in alle ernstige en twijfelachtige gevallen, steeds tot de Straatsburger Broederschap. Zij had eene onafhankelijke en souvereine regtsmagt, en deed zonder beroep uitspraak in al de haar voorgelegde zaken, volgens de voorgeschrevene regels en de statuten van het genootschap.

De statuten werden hernieuwd in de Conferentie der Groote Loge van Straatsburg, op St. MICHIEL'S dag, en in 1563 uitgegeven, hebbende ten opschrift: Statuten en Reglementen van de Broederschap der Steenhouwers. Zie verder het Art. STEENHOUWERS.

< >