HOGERHEIDE. (VAN) Zie AERSSEN.
Hol HOL. (Het) Een woord in de hoogere graden (Ned. en Fr. R. 4e. gr.); ook de naam van de kamer, waarin de beproevingen van den Kandidaat in zekere graden worden bewerkstelligd. In de Fransche graden van Élu (uitverkoren), is de tweede der drie gevorderde kamers voor de Loge, de donkere kamer of het Hol. Deze kamer stelt voor eene barre en zandige woestijn. In een' der hoeken is eene afgezonderde plaats, die een hol voorstelt, gehouwen in eene rots, waarin men afdaalt door negen trappen. In het hol brandt een lampje op eenen steen geplaatst.
Ter regterzijde van het hol is eene bron, die langs de rotsen vloeit. Bij het hol ziet men eenen hond. Van verre ziet men twee vlugtende menschen, die vervolgd worden; zij zijn op het punt van door twee gewapende mannen te worden bereikt, en storten zich in eenen afgrond neder.