Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Boäz

betekenis & definitie

BOÄZ. Boaz. (de sterke.) De Hebr. naam van de kolom ter linkerhand, aan den westelijken ingang van den voorhof des Tempels, aan welke de Medgezellen, zoo als de leerlingen aan de kolom Jachin, als aan den Tempelbouw werkende bouwlieden hun loon ontvingen. Dit woord behoort zoowel tot de Johannesals tot de andere graden.

< >