[Eng. = opwarming]
1 (sp.) het losmaken van de spieren vóór de wedstrijd, of idem van een invaller tijdens een wedstrijd, door lichte lichaamsoefeningen (loopoefeningen, sprintjes trekken e.d.);
2 het op temperatuur brengen;
3 (fig.) het in de stemming brengen, of het in de stemming komen; opwarmertje.