[Lat. = eig.: bast, schil; ook: baarmoeder (verwant met volvere = rollen, inwikkelen)] de gezamenlijke uitwendige geslachtsorganen van de vrouw: venusheuvel, clitoris en de schaamlippen, spec. de spieetvormige ruimte tussen deze laatste, die naar binnen toe overgaat in de vagina, z.a.
w