[herkomst van het woord onduidelijk; in MNed. is veem of vême: gerecht van vrije mannen dat onder koningsban recht spreekt in strafzaken (zie ook veemgericht); vgl. MHDu. veime = straf, veemgericht; MNDu. veme of veime, echter ook; landvrede, verbond]
1 (oorspr.) vereniging van soortgenoten; in Amsterdam: handelsverbond, vennootschap;
2 (thans) onderneming voor het in bewaring nemen van goederen en het exploiteren van pakhuizen; belast zich ook met het nemen van monsters, het verpakken van de goederen en het verzorgen van douaneformaliteiten; verder treedt het veem op als expediteur;
3 pakhuis van een veemonderneming.