[Fr. vampire, van Hongaars vampir, missch. van Turkse oorsprong]
1 in het volksgeloof, m.n. bij Slavische volken en bij niet-Slavische Balkanvolken, een overledene die 's nachts zijn graf verlaat om zich met het bloed van een levend persoon te voeden, die dan ook vampier wordt;
2 (fig.) woekeraar, uitzuiger;
3 naam voor versch. soorten Zuidamerikaanse vleermuizen die met hun scherpe gebit wondjes maken in de huid van dieren en ook mensen, waaruit zij bloed zuigen.