Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Tonus

betekenis & definitie

[Lat., van Gr. tonos = spanning, van teinein = spannen]

1. (fysiologie) spanningstoestand van levend weefsel, tot uitdrukking komend in een constante geringe graad van activiteit (vgl. hypertonie en atonie);

2. (muz.) toon (bet.1), z.a.; toontrap;

3. kerktoon of psalmtoon; tonus peregrinus (= vreemde toon, lett. vreemdelingen-toon) een psalmtoon die afwijkt van de gangbare kerktoonsoorten bij het zingen van psalmen.

< >