1 tijdruimte, bep. tijdvak waarin iets moet geschieden of waarna iets ophoudt;
2 deel van een schuld dat vóór of op een bep. dag afgelost moet worden;
3 begrensd gebied dat aan bep. bedelmonniken is toegewezen voor een jaarlijks te houden bedeltocht; die bedeltocht zelf, waarin bij de gelovigen gaven in natura worden ingezameld (‘op termijn gaan’).
Gepubliceerd op 09-03-2021
Termijn
betekenis & definitie