Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Temperament

betekenis & definitie

[Lat. temperamentum = juiste maat in iets, juiste menging (nl. van de vier lichaamssappen, zie onder bet. 1)]

1 het geheel van de globale kenmerken van het gedrag, de overheersende natuurlijke gemoedsgesteldheid, voor een bep. persoon de normale gemoedsstemming. Volgens Galenus, Grieks-Romeins geneesheer, 130-ca. 210 n. Chr., zou de verschillende vermenging van de vier lichaamssappen van de mens, nl. bloed [Lat. sanguis], gele gal [Gr. cholè = gal], zwarte gal [Gr. melas cholè] en slijm [Gr. phlegma], tot uiting komen in vier verschillende temperamenten, nl. het sanguinisch (vurig), het cholerisch (opvliegend), het melancholisch (zwartgallig) en het flegmatisch (onverstoorbaar, nuchter) temperament;

2 (in het gewone, niet-wetenschappelijke spraakgebruik) vurige aard, sterk emotioneel karakter, vitaliteit.

< >