[v. Fr. tanner = looien; tan = eikeschors, waarsch. van Keltisch; vgl. Bretons tann = eik, daar looistof oorspr. uit eikeschors gewonnen werd (run)]
1 een plantaardige stof met looiende werking, o.a. voorkomend in thee- en sumakbladeren;
2 (in ruimere zin) alg. naam voor plantaardige looistoffen.