[Fr. = stop, andere vorm van tapon, van tape = eig.: slag met de hand, tap (in vat), van Germ. oorsprong]
1 (med.) prop watten of gaas om bloed te stelpen;
2 inwendig gedragen maandverband, gemaakt van watten;
3 (typ.) inktkussentje bij het drukken; drukbal;
4 (cul.) onderstuk, onderlaag van bout, gebakken brood, rijst e.a.