[VLat. sympathia = natuurlijke neiging, van Gr. sumpatheia, van sum-pathein = medegevoel of medelijden hebben, van sum- = sun- = samen-, mede-; zie verder pathie]
1 bep. verwantschap tussen zaken waardoor ze op elkaar invloed kunnen uitoefenen;
2 medegevoel, overeenstemming van gevoelens door zielsverwantschap;
3 genegenheid, warme belangstelling als gevolg van overeenstemming met iemands denkwijze;
4 gevoel van verbondenheid;
5 persoon voor wie men sympathie voelt.