[Fr. suppôt, van Lat. suppositus] (oorspr.: dienend lid van college, medestander)
1 bediende van een magistraat of van een college;
2 toezicht houdend beambte in openbare gelegenheden (bijv.: musea), zaalwachter;
3 toezichthouder bij publieke evenementen zoals voetbalwedstrijden e.d.