[Lat. cingulum = gordel, van cingere - gorden]
1 stadsgracht (die de stad omgordt); ook: weg daarlangs;
2 (rk) ceintuur van geestelijken over de toog;
3 (rk) koord als gordel over de albe;
4 buikriem van een paard;
5 stevige band onder de zitting van een stoel.