[Lat. reductio]
1 (alg.) het reduceren;
2 het terugbrengen tot de vroegere vorm, herstel; (med.) het herstellen van een ingewandsbreuk; terugbrenging, vermindering, verlaging, korting op prijs;
3 (rek.) herleiding;
4 (hand.) omrekening van maten, gewichten en valuta van een land in die van een ander (zie ook reductiegetal);
5 (muz.) het omwerken van een muziekwerk voor een kleinere bezetting;
6 (chem.) verlaging van de positieve valentie van een ion door het elektronen te doen opnemen; onttrekking van zuurstof;
7 (biol.) geringere ontwikkeling (verkleining) van een orgaan of lichaamsdeel t.o.v. een vroegere toestand.