Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Radix

betekenis & definitie

[Lat. = wortel]

1 (wisk.) wortel, teken, ⎷ oorspr.: R, waarbij steeds de 2e-machtswortel (2⎷) is bedoeld; wortelgetal, basisgetal; bijv.: 10 is de radix van het decimale stelsel en van de gewone (Briggse) logaritmen;

2 (taalk.) wortelwoord, stamwoord.

< >