[Fr. primitif, van Lat. primitivus = de eerste in zijn soort] in eerste ontwikkelingsstadium van beschaving verkerend of daartoe behorend, oorspronkelijk; eenvoudig van samenstelling of aard (verlichting), hoogst eenvoudig; gebrekkig of met gebrekkige middelen gemaakt; (schilderk.) voorafgaand aan lt. Renaissance: [i]de primitieven.
[/i]