Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Primaat

betekenis & definitie

1 primaat

[Lat. primatus = de eerste rang)

I zn o het innemen van de eerste plaats (bijv. het primaat van de rede);

II zn m dier behorende tot de orde der Primaten (zie 3 primaat).

2 primaat

[v. Lat. primas, primatis = primarius = bij de eerste behorend, van primus = eerste] (rk) hoofd van kerkprovincie, aartsbisschop; oppergezag, spec. dat van de paus.

3 primaat

[wetensch. Lat. primas, mv primates] of opperdier, lid van de zoogdierorde die de halfapen, apen, de uitgestorven mensachtigen en de mensen omvat.

< >