Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Pasja

betekenis & definitie

[Turks pasha, vermoedelijk van Perzisch padisjah (vgl. sjah = koning)]

1 oorspr.: titel sinds de 14e eeuw in het Osmaanse Rijk van de hoogste burgerlijke en militaire waardigheidsbekleders. In het Turkse Rijk was de titel later voorbehouden aan de sultan. De titel is thans overal afgeschaft;

2 (fig.) man die de baas speelt over een aantal vrouwen;

3 (biol.) naam voor de leider van sommige troepen dieren (bijv.: herten; bep. apensoorten).

< >