Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Parket

betekenis & definitie

[Fr. parquet, lett.: klein park (parc) = kleine omheinde ruimte, ook. vloer; verklw. van parc]

1 oorspr.: afgesloten, afgeperkte ruimte; thans nog in het gezegde: in een lastig - zitten;

2 afgezonderde ruimte in rechtszaal voor de vertegenwoordiger van het openbaar gezag; thans bureau van het Openbaar Ministerie;

3 dit Openbaar Ministerie zelf;

4 bep. zitplaatsen in schouwburg;

5 houten vloerbedekking bestaande uit op een ondervloer gelijmde of gespijkerde stroken massief hardhout van ten minste 6 mm dikte.

< >