[afk. van paleo-Eoceen = oud-Eoceen, oorspr.: ouder-Eoceen, zie Eoceen; van Gr. palaios = oud, en kainos = nieuw]
1. volgens bep. indeling oudste afdeling van het Eoceen, het vroegste tijdvak van het Tertiair, z.a., direct volgend op het Krijt. Het Paleoceen duurde van 70-60 miljoen jaren geleden;
2. aardlaag in deze periode gevormd.