[MNed. ook ûwel, daarnaast ook nûwele = oblie, kaneelwafeltje; in de bet. 'ongeconsacreerde hostie' van Lat. (hostia) oblata = de opgedragen (hostie), van offerre, oblatum = aanbieden, daar de hostie vóór de consecratie aan God wordt geofferd]
1. dun baksel van ongedesemde tarwebloem en water in de vorm van een blad, medisch wel gebruikt als omhulsel (capsule) van slecht smakende poeders;
2. (rk) ongeconsacreerde hostie; bij niet-katholieken hostie in het algemeen, ongeconsacreerd of geconsacreerd, daar zij het verschil niet aanvaarden;
3. sluitzegel voor brieven.