[Lat. ordinarius] gewoon, eenvoudig, ordinarius [Lat.]
1 gewoon hoogleraar, d.w.z. hoogleraar voor een vak van het gewone hogeschoolprogramma (vgl. extraordinarius);
2 (rk) de bisschop van het diocees.
Gepubliceerd op 09-03-2021
betekenis & definitie
[Lat. ordinarius] gewoon, eenvoudig, ordinarius [Lat.]
1 gewoon hoogleraar, d.w.z. hoogleraar voor een vak van het gewone hogeschoolprogramma (vgl. extraordinarius);
2 (rk) de bisschop van het diocees.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: