[naar Fr. Orange, stad aan de Rhône, van Lat. Arausio]
1 aanhanger van het Huis van Oranje (Orange) in de Nederlanden; 2 aanhanger van een Belgische beweging (orangisme) van 1830-1841 om het Verenigd Koninkrijk van Ned. en België te handhaven of althans het Huis van Oranje in België te handhaven; 3 [Eng. Orangist of Orangemen] lid van een Engelstalige internationale organisatie ter verdediging van het protestantisme tegen de katholieken.