[Lat. optio = eig.: de vrije wil; de vrije keus]
1 vrije keus, voorkeur, spec. het recht om de beslissing om iets te kopen of te huren voor een bepaalde tijd uit te stellen, terwijl in deze vastgestelde tijd het goed niet aan derden verkocht of verhuurd mag worden;
2 (scheepv.) vrije keus van de haven van bestemming;
3 claim, aanspraak;
4 bewijs dat men een bep. aandeel tegen een van tevoren overeengekomen koers kan kopen; optiebeurs, beurs waar men in zulke opties handelt;
5 (comp.) nadere specificatie van de manier waarop een opdracht moet worden uitgevoerd.