[naar de bijbelse figuur Onan (Gen. 38:9) die bij de gemeenschap zijn zaad telkens op de grond verloren liet gaan om geen kinderen te verwekken]
1 strikt genomen: coïtus interruptus, z.a.;
2 meestal, maar onjuist: zelfbevrediging door een jongen of man (zie masturbatie).