[Du. Nerz, wellicht verband met Oudslavisch norici = duiker, wegens het feit dat het dier de leefwijze van een otter heeft]
1 de ook wel onjuist kleine visotter genoemde diersoort Lutreola lutreola of Mustela lutreola van de familie Marterachtigen;
2 het zeer kostbare bont van de nerts (zie ook mink).