Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Monocultuur

betekenis & definitie

1 (landbouw) de teeltwijze waarbij op grote aaneengesloten oppervlakten gedurende lange tijd slechts één gewas wordt verbouwd, zoals bijv. de maïscultuur in de VS;

2 (econ.) het verschijnsel dat de export van een land vrijwel geheel of althans in zeer sterke mate afhankelijk is van één produkt, bijv. aardolie.

< >