Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Magister

betekenis & definitie

[Lat., verwant met magis = groter, en magnus - groot] (leer)meester; bep. titel

(spec. in rk theologische faculteit) voor docent; vroegere academische titel (bijv. Magister Artium ook Artium Magister afk. A.M. = van de Vrije Kunsten, vgl. Eng. Master of Arts, afk. M.A.); leider van kloosternovicen of van nog niet tot priester gewijde kloosterlingen (fraters).

< >