[Lat. comicus, Gr. koomikos = tot het blijspel behorend; zie komedie]
I zn toneelspeler voor grappige rol; grappenmaker;
II bn de lachlust opwekkend, grappig, koddig.
Gepubliceerd op 09-03-2021
betekenis & definitie
[Lat. comicus, Gr. koomikos = tot het blijspel behorend; zie komedie]
I zn toneelspeler voor grappige rol; grappenmaker;
II bn de lachlust opwekkend, grappig, koddig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: