[naar de Britse wis- en natuurkundige Lord Kelvin, 1824-1907] een temperatuurschaal waarmee in de fysica de absolute temperatuur (T) wordt aangegeven. Het nulpunt is het absolute nulpunt, nl. -273,15 °C.
De Kelvinschaal heeft geen eigen graadverdeling, maar volgt die van Celsius. Vier graden Celsius boven het absolute nulpunt heet dus 4 Kelvin (4K, niet 4 graden Kelvin).