Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Karkas

betekenis & definitie

[ged. van MLat. carcosium en ged. van 16e-eeuws Fr. carcasse, van lt. carcassa]

1 geraamte, rif, de samenhangende maar ontvleesde beenderen van een dierlijk of menselijk lichaam;

2 lichaam;

3 gebrekkig en vervallen gestel, ook van levenloze zaken gezegd (bijv.: een karkas van een auto);

4 geraamte of gestel van dun ijzer- of koperdraad.

< >