[lt. = lett.: vrije taal] oorspr.: een mengtaal met elementen uit Romaanse talen (spec. Italiaans, Arabisch, Turks en Grieks) zoals die door lt. kooplieden in de Levant (z.a.) werd gesproken; later: mengtaal als omgangstaal gebruikt tussen personen die een verschillende moedertaal hebben, bijv.
Neger-Engels in Suriname.