[v. Gr. homoonumon, van homos = gelijk, dezelfde, en onoma = naam]
I zn een woord dat met een ander in klank gelijk is, maar in betekenis verschilt, bijv. as (spil) en as (verbrandingsrest), of eis (vordering) en ijs (bevroren water);
II bn gelijkluidend in klank maar duidelijk verschillend in betekenis.