Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Gros

betekenis & definitie

[Fr. grosse; oorspr.: vr. van gros = dik, met groot volume, van VLat. grossus, verdere afl. onzeker] twaalf dozijn, 144 stuks; het gros, de grote hoop; groslijst, voorlopige kandidatenlijst, waaruit de definitieve kandidaten gekozen moeten worden.

< >