[i]bn
[/i]1 vrijgemaakt van rottingsbacteriën of van ziekteverwekkende bacteriën en virussen, meestal door sterke verhitting (bijv.: gesteriliseerde melk, gesteriliseerde watten);
2 (med.) onvruchtbaar gemaakt, meestal door afbinding van de afvoerkanalen van de geslachtsklieren, zodat deze klieren hormonaal nog blijven functioneren.