Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Genitief

betekenis & definitie

[Lat. (casus) genitivus afk. gen., of genetivus = de voortbrengende (naamval), de teler, de bezitter] tweede naamval; vroeger ook in het Ned. veel gebruikt, bijv.: des Hertogen bosch, des Graven hage, gedenk mijner; ook tegenwoordig nog in bijv. Perks sonnetten, vaders jas; in schriftelijke stukken: in naam der koningin; of in staande uitdrukkingen: eigener beweging, heer des huizes.

< >