[v. Lat. fluviatilis = bij of in een rivier zijnde, rivier-, van fluvius = stromend water, rivier, van fluere = vloeien, stromen]
1 gevormd door stromend water (bijv.: fluviatiele erosie, fluviatiele sedimentatie);
2 betrekking hebbend op rivieren (bijv.: fluviatiele planten, ook fluviatielen genaamd); fluviatiel district, een van de plantengeografische districten van Nederland, nl. langs de belangrijke rivieren en Zeeland.