Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Flensen

betekenis & definitie

ook: flenzen [v. Eng. flench of flense = spek afsnijden van een walvis, villen van een zeehond; vgl. Noors flensa = strook huid] walvis ontvlezen door er repen af te snijden; ook: robbehuid aan de binnenzijde ontdoen van vleesresten (missch. van flensen ook flenter = dunne schijf, en flensje = dunne pannekoek).

< >