Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Fijt

betekenis & definitie

[MNed. nevenvorm van fijc, van Lat. ficus = vijg, ook: vijgzweer of panaritium, van Lat. panaricium = ziekte aan de nagels] etterige ontsteking aan de binnenzijde van een vinger, die zich kan uitbreiden tot de buigpezen en zelfs tot het bot van het vingerkootje.

< >