[Eng., van OEng. feolaga = wie geld neerlegt in deelgenootschap, dus eig.: geldlegger (vgl. Eng. fee = te betalen som, loon, honorarium, fooi); medelid, makker]
1. aan de Eng. universiteiten van Oxford en Cambridge na een examen toegelaten lid van een college;
2. lid van een of ander wetenschappelijk genootschap (zonder revenuen), zoals van de Royal Society, de Geological Society e.d.