[It., van Lat. fasces, z.a.] (gesch.) bep. politiek stelsel in Italië van 1922-1943, gesticht door Benito Mussolini (1883-1945). Het fascisme was ultrarechts, ultranationaal, autoritair, dictatoriaal, totalitair, antidemocratisch en fel anticommunistisch.
Het streefde een organisch opgebouwde sociale orde na (corporatisme), waarin het individu automatisch n.g.v. zijn bekwaamheid en aanleg de plaats zou vinden die hem toekwam in de maatschappij, onder leiding van de eenheidspartij-staat, berustend op één beginsel. De naam fascisme wordt ook gebruikt ter aanduiding van ultrarechtse bewegingen in andere landen dan Italië sinds ca. 1920, die overeenkomsten vertoonden met het Italiaans fascisme. Te noemen zijn onder andere: Spanje onder Franco (1936-1975), Portugal onder Salazar (1932-1968), Argentinië onder Perón (1946-1955).