[Lat., van Gr. diplooma = lett.; het verdubbelde, van diploun = verdubbelen] oorspr.: dichtgevouwen lastbrief (zodat de inhoud niet zichtbaar was);
1 (gesch.) oorkonde, officieel stuk;
2 schriftelijk bewijs dat een bep. examen met goed gevolg is afgelegd;
3 bewijsstuk dat op een tentoonstelling of bij een wedstrijd een onderscheiding is toegekend;
4 bewijs van lidmaatschap.