[Lat. communicare = mededelen, aan iets deel laten hebben, gemeenschappelijk maken; ook: met iem. omgaan, aan iets deelnemen]
1 (rk) de communie (geconsacreerde hostie) ontvangen; (prot.) aan het Avondmaal deelnemen;
2 in verbinding met elkaar staan (bijv.: communicerende vaten);
3 in geestelijk contact met elkaar staan.