[v. Eng. coat = overjas, mantel, van OFr. cote, van MLat. cotta; vgl. OHDu. chozza = (kleed van) ruige wollen stof]
1 dunne, goed hechtende laag aanbrengen op een ander materiaal, spec. een kunststof op papier of weefsel, ter verfraaiing, maar meestal om de onderlaag spec. eigenschappen te geven (bijv.: kleinere waterdoorlatendheid, betere weerstand tegen slijtage);
2 (optiek) oppervlakken van lenzen bedekken met een dunne laag van een stof die inwendige spiegeling in een lenzenstelsel tegengaat, een zgn. anti-reflectielaag (in het Ned.: ontspiegelen).