(Am., een klanknabootsend woord]
1 jazzstijl (vanaf ca. 1940) met een gecompliceerd ritme en veel improvisatie gespeeld door kleine bands, met twee of drie solisten (belangrijke vertegenwoordigers o.a.: Dizzy Gillespie en Charlie Parker);
2 kort, overeindstaand haar zoals gedragen door beoefenaar of liefhebbers van bebop; soms verkort tot bob.